Toen ik de diagnose kanker kreeg zakte de grond onder mijn voeten vandaan. Ik was bang en had enorm veel stress. Daarnaast was mijn vertrouwen in de medische wereld grotendeels verdwenen omdat ik in het voorafgaande jaar diverse verkeerde diagnoses had gekregen. Het zou om iets onschuldigs gaan.
De juiste diagnose kreeg ik in een ziekenhuis waar slecht met mij werd gecommuniceerd. Ik werd geconfronteerd met medische termen die ik niet begreep, niemand stelde mij gerust, mijn grenzen werden overschreden en voor mijn eigen wensen en inbreng was geen ruimte. Kortom: zij spraken mijn taal niet. Met als gevolg dat van mijn vertrouwen niets overbleef en ik voor een second opinion naar een ander ziekenhuis ging.
Daar voelde ik mij gelukkig beter op mijn gemak. Ik voelde me begrepen en gerespecteerd, ze stelden mij gerust, namen de tijd en spraken voor mij begrijpelijke taal. Het gevoel gelijkwaardige partijen te zijn deed me goed. We gingen mijn probleem samen oplossen. Ik had mijn vertrouwen hervonden.
Begrip en geduld
Toen ik later de rust vond om hier nog eens goed over na te denken, realiseerde ik me meer dan ooit dat een begripvolle en geduldige opstelling écht een verschil maakt. Niet alleen voor mensen maar ook voor dieren omdat zij ook emoties kennen. Stel je voor dat wij onze hond zouden benaderen zoals ik benaderd werd. Neem bijvoorbeeld een hond die zijn eigenaar om aandacht vraagt omdat hij bang en gestrest is en daarom de hele dag blaft. Of hij loopt telkens heen en weer omdat hij pijn heeft en niet weet hoe hij liggen moet. Als een eigenaar dit ‘oplost’ en zegt ‘Hou op met dat geblaf! Ga in je mand! Af! Doe ‘ns rustig jij!’ dan voelt een hond zich onbegrepen, net zoals ik in het ziekenhuis. Daarnaast wordt het probleem van de hond niet opgelost. De eigenaar is hooguit bezig zijn eigen probleem op te lossen: hij wil immers dat het geblaf en geijsbeer stopt omdat het hem stoort.
Mensen en honden
Het verschil tussen mijn situatie en bovengenoemd voorbeeld is dat ik de keuze had om naar een ander ziekenhuis te gaan dat beter bij mij paste. Een hond heeft deze keuze niet. Hij is volledig afhankelijk van het begrip, de kunde en de keuzes van de eigenaar.
Als ik naar het dagelijks leven kijk dan nemen veel mensen een hond voor gezelschap en vriendschap. Een maatje wordt vaak gezegd. Tegelijkertijd willen veel mensen hun hond trainen en onder controle houden. Weinig tot niets wordt bekeken vanuit het standpunt van de hond en vaak is weinig ruimte voor zijn wensen en zijn vorm van communicatie. Het kan ook anders.
Als ik mijn ervaring doortrek naar honden omdat ook zij gevoelens kennen zoals angst, stress, pijn en onzekerheid dan zou ik woorden als training en controle liever vervangen door:
· Begrip | · (zelf)Vertrouwen | · Communicatie |
· Respect | · Geduld | · Support |
Het is een benadering die naar mijn mening beter past bij zowel mens als dier. Niet alleen in moeilijke situaties maar ook of misschien wel juist in het dagelijks leven.
Dit betekent niet dat een hond alles mag en dat er geen grenzen zijn. Het betekent opvoeden en begeleiden zonder confrontaties en strijd door een andere benadering.
Vriendschap en ouderschap
Er is een verschil tussen een mens-mens vriendschap en een hond-mens vriendschap vanwege het verantwoordelijkheidsaspect. Als een hond bijvoorbeeld een dierenarts nodig heeft, dan is het de verantwoordelijkheid van de eigenaar om met de hond daarnaartoe te gaan, zelfs als de hond dit misschien liever niet wil. De eigenaar heeft immers de beslissende stem hierin.
Omdat een hond echter geen harig kind is vind ik het woord ‘ouderschap’ ook niet helemaal de juiste omschrijving maar het komt wel in de buurt. De relatie met onze hond zou in mijn ogen daarom een mix moeten zijn van vriendschap en ouderschap. De hond is onze vriend waarvoor we de verantwoordelijkheid dragen. Het is aan ons om deze rol zo goed mogelijk in te vullen.
Vragen
Als je vragen hebt naar aanleiding van het bovenstaande dan kun je me bereiken op 020 640 17 12 of op 06 108 00 918. Mailen mag natuurlijk ook: info@michellevrolijk.nl.
©Foto: Ingrid den Boer
©Tekst: Michelle Vrolijk